Dag 19. Aguas Calientes (1-8)
Door: Yvonne & Marije
Blijf op de hoogte en volg Marije
01 Augustus 2014 | Peru, Aguas Calientes
Vanmorgen moesten we om 6.00 aan het ontbijt zitten, omdat we al vroeg met de trein naar Aguas Calientes zouden vertrekken. Samen met ons zat er nog een hele groep Oostenrijkers te wachten. Het duurde helaas tot 6.20 voordat het ontbijt open ging. Dat werd dus haasten en dringen. Om 6.50 stonden we keurig op tijd op het station. Met koeienletters stond er op ons ticket 7.15 uur. Maar dat bleek de aanwezigheidstijd te zijn, in kleine letters stond erboven 7.45 vertrektijd. Kijkfoutje van Marije, maar gelukkig geen dramatische gevolgen. De treinreis was prachtig. We reden grotendeels met 50 km per uur langs de Urubambarivier met daarin grote stenen en rotsen waar het water dan zo mooi omheen klotst. Af en toe zag je een vervaarlijk uitziende houten hangbrug over de rivier gespannen. Er was enorm veel groen te zien; allerlei soorten bomen, planten en struiken. Bloemen hebben we echter nog weinig te zien, maar dat zou kunnen komen doordat het hier winter is. We werden constant omgeven door de enorme rotsachtige en soms groene bergen, waar we een aantal keren ook doorheen reden. De trein had ook dakraampjes. Dat was maar goed ook en erg leuk, want alleen dan kon je de enorme bergtoppen zien. Op de achtergrond klonk een Peruaans muziekje en ze kwamen zelfs nog langs met wat drinken en een snack. Het leek wel een soort vliegtuig. Het spoorwegsysteem is hier trouwens wel iets anders dan in Nederland. Sowieso zijn er maar enkele treinlijnen aanwezig. De treinen rijden allemaal op diesel, wat je duidelijk kunt ruiken. Daarnaast kunnen mens en dier hier gewoon pal naast de spoorlijn lopen. Spoorbomen hebben we nog niet gezien, af en toe toetert de machinist even. In Nederland allemaal ondenkbaar. Anderhalf uur later stonden we op het station in Aguas Calientes (wat warm water betekent, en het maakt zijn naam waar gezien onze douchetemperatuur). We hebben even gevraagd waar ons hotel was en kregen een duidelijke uitleg met kaartje erbij. Het hotel was zo prima te vinden en heeft uitzicht op een riviertje en veel groen, geen overburen. We konden zo inchecken en onze kamer ziet er goed en ook ruim uit. Opvallend is wel dat de helft van ons hotel meer weg heeft van een bouwput dan van een hotel. Enkele kamers zijn gereed, maar een groot gedeelte is nog in aanbouw. Op de begane grond zijn de eetzaal, receptie, bar en enkele kamers af. Ook de trap en enkele kamers op de eerste verdieping (waar wij zitten) zijn af. Verder zie je dat er nog 4 verdiepingen bij moeten komen en zijn er nog volop werklui aanwezig. De mensen zijn wel erg vriendelijk en met wat woordjes Spaans en handen en voeten kom je een eind, hier spreken ze namelijk geen Engels. Vandaag hadden we wel zin in een fysieke inspanning en het weer was ook uitstekend. Yvonne kwam erachter waar de Mandor watervallen en tuinen moesten zijn (over de Mandor wordt namelijk niets verteld in het National Geographic boek). Het begin van de weg ernaartoe stond op de gekregen kaart en het zou zo’n uur lopen zijn. we gingen gepakt met water, jasjes en eten op weg. Het was wel enigszins offroad en een jungleachtig gebied, maar gelukkig kwamen we onderweg aardig wat mensen tegen die op weg waren naar de bus voor Cusco. De trein is namelijk vrij duur, maar voor de bus moesten ze wel drie uur lopen. We liepen door de nog groenere natuur en langs de rivier. Een prachtig uitzicht, dus het lopen was geen straf. Onze weg ging grotendeels op met de weg naar de bus en liep vlak langs het spoor. We liepen dus net als veel andere mensen op, dan wel over het spoor naar Mandor. Een rare gewaarwording hoor, maar ook wel eens grappig om mee te maken omdat het in Nederland ondenkbaar is. Gelukkig hoor je de trein al van veraf toeteren, dus kun je veilig wat meer in de berm gaan lopen. Na dik een uur doorstappen arriveerden we bij Mandor, een jungleachtig gebied. Hier moesten we nog een klein half uurtje bergop lopen voor ‘de waterval’ (hij bleek vrij klein, waarschijnlijk door het droge seizoen nu). Het paadje bergopwaarts was eveneens prachtig, je waande je echt een beetje in de jungle. Hij werd omgeven door ontzettend veel verschillende bomen en planten, inclusief naambordjes. Foto’s werden dan ook druk genomen door Yvonne voor haar thuisfront. Na een tijdje kwamen we een houten hangbrug tegen die maximaal 150 kilo kon dragen. Dat ging dus wel goed. Ook stonden er een aantal kleine houten huisjes, zonder muren, enkel wat palen en een dak. Na een kwartiertje kwamen we bij de eerste kleine waterval, nu was het eindpunt niet ver meer. Zoals gezegd viel de grote waterval, het eindpunt, wat tegen, maar daarnaast lag een ander prachtig eindpunt. Hier kwam de Urubambarivier vanaf de berg naar beneden en het lag er bezaaid met grote rotsen, keien en kleinere steentjes. Ook zag je hier weer vele stenen bouwwerkjes om moeder aarde en vader lucht te eren. Een heerlijke plek om even uit te rusten, waarbij er vele prachtige vlinders om ons heen fladderden. Hoewel we daar heerlijk zaten moesten we na een tijdje toch echt aan de terugweg beginnen. Vooral het eindstuk was flink omhoog, dus even op de spreekwoordelijke tanden bijten. Na vier uur lopen waren we weer terug in ons kleine dorpje. We hebben meteen maar even de buskaartjes gekocht voor morgenochtend naar Machu Picchu, voor toeristen twee keer zo duur als Peruanen. Tja verschil moet er zijn zullen we maar zeggen. Daarna ploften we moe maar voldaan op ons bed in het hotel neer en na een warme(!) douche rammelden onze magen alweer.
Morgen staat het laatste hoogtepunt van onze reis op het programma, de Inca ruïne Machu Picchu! We gaan al met de bus van 5.30 om de grootste drukte wat voor te zijn en misschien nog iets van zonsopkomst mee te maken. Hierna zullen we per trein terug reizen naar ons vorige hotel in Cusco voor de laatste twee dagen.