Dag 6. Uluru en Kata Tjuta
Blijf op de hoogte en volg Marije
02 Augustus 2017 | Australië, Port Pirie
Zo wat heb ik lekker geslapen dankzij de oordopjes van Lianne. Ik heb niks gemerkt van de windstorm die woeide. Renate is er nog uit geweest om de krukjes te redden, haringen beter vast te slaan en de buitentent eraf te halen. 'S ochtends plassen en tandenpoetsen in het pikdonker onder de sterrenhemel heeft ook wel zijn charme. Het was verder wel afzien met de koude wind, al viel dat 's nachts mee. Het kamperen valt me tot nu toe mee, vooral de lage temperaturen maken het af en toe pittig. We zijn bij een laatste tankstation gaan ontbijten en de cappuccino die je daar kon kopen was een enorme traktatie. Daarna begonnen we aan de laatste 400 kilometer tot Uluru. Op enkele stopplekken langs de weg na is er niks, alleen maar uitgestrekte vlaktes met roodbruin zand, heuveltjes en (lage) bomen. Ik houd daar van. En daar doemde hij dan op, vanuit het niets: Ayers Rock, ook wel Uluru genaamd. Een grote rode berg/rots van zandsteen 348 meter hoog maar in de grond gaat hij nog zeker 2400 meter door. Voor de Aboriginals is de rots een eerbetoon aan de aarde na een strijd tussen twee families. Elke kloof, scheur en oneffenheid kent een mythisch verhaal dat van generatie op generatie wordt overgedragen. Uiteraard stopten we, op een niet toeristische plek, in de middel of niks voor wat eerste foto's. We raakten nog bijna een autosleutel kwijt, maar mijn speurdersoog vond hem terug gelukkig. Dichterbij gekomen was hij nog mooier, groot, echt adembenemend, niet uit te leggen. Het was best rustig ondanks dat het een toeristische attractie is. We hebben een route van 2 km rondom de rots gelopen. Erop kon niet vanwege de te harde wind en het is ook wel erg steil hoor. De eerste groepsfoto is hier ook geschoten. Vervolgens reden we naar Kata Tjuta ook wel 'many heads' genoemd in de lokale taal. Weer hetzelfde soort rotsen/bergen maar dan een twintigtal koepelvormige bij elkaar. De hoogste is 1066 m. Je kon er overheen en tussendoor lopen, een soort klif. Wij hebben de route van 7.4 km gelopen, nou ja bijna gerend. Het tempo was nogal hoog, veel stenen en lastige afdalingen en als je dan nog wat foto's wilt maken loop je al snel achter. Maar genieten is ook belangrijk en dat kon daar. Toen we terug reden voor de zonsondergang dreven er helaas wolken binnen die de zon deden verdwijnen. Vervolgens reden we het kamp uit op zoek naar een plek om wild te kamperen. Weer een hoop werk om alles op te zetten en te koken, maar iedereen heeft een taak. Ik maakte deels de risotto. We hebben weer zitten smullen rond het kampvuur onder de sterrenhemel.
Morgen gaan we naar Kings Canyon en rijden we vast een stukje naar de stad Alice Springs.